Quizzen, dat is en blijft een leuke activiteit. Daarom zit er ook in (bijna) elk feestpakket en draaiboek een quiz in het thema van het kinderfeestje. We waren dan ook erg benieuwd naar de quizachtige spellen in het Megableu anti-verveel spellenpakket wat wij kregen.
5 seconden
Dit is een spel wat er echt heel simpel uitziet en ook is, maar door de tijd toch echt lastig is. Niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de ouders! Een simpele vraag als “noem drie taarten” wordt ineens heel lastig doordat je weet dat je maar vijf seconden hebt om te antwoorden. Maar ook door de zandloper waar je een gestrest gevoel van krijgt. Vooral het ‘zoop’ startsein en het irritante geluid van de balletjes die in vijf seconden naar beneden rollen helpen echt niet mee.
Je moet dus echt snel antwoorden bedenken. Pas bij drie goede antwoorden win je namelijk het kaartje. Daardoor wil je zo snel mogelijk iets zeggen. Bij ons blokkeerde af en toe de één gewoon helemaal. Daar kwam geen antwoord meer uit. De ander gaf de ineens de meest rare antwoorden. Terwijl er toch best een paar slimmerds bijzitten… Dit zorgt voor veel gelach bij de andere spelers!
Die andere spelers kunnen je dan wel uitlachen, maar die moeten ook opletten. Want als jij er geen drie weet te bedenken, is de volgende meteen aan de beurt om jouw vraag te beantwoorden. Wel erg vervelend is dat je dan niet meer de antwoorden van de vorige speler mag gebruiken. De vorige antwoorden aanvullen telt dus niet. Je moet echt drie nieuwe dingen bedenken. Het winnen van een kaartje kan daardoor best lang duren, tenzij je snel een paskaart of wisselkaart gebruikt. Maar daar heb je er niet zoveel van.
Het leuke aan dit spel is dat je het met je hele gezin kan spelen. Niet alleen omdat de spelregels simpel zijn, maar ook omdat er speciale juniorkaarten zijn. Dat zijn de groene spelkaarten met vragen als “noem drie kinderen uit je klas” of “noem drie sporten”. Met 200 groene junior kaarten kunnen de kids het spel lekker vaak spelen.
Een spel waarbij je de antwoorden al krijgt, grote kans dat je meteen denkt ‘daar is toch niks aan?’. Probleem is dat je de vraag niet weet. Met de antwoorden, oftewel hints, moet je zien te raden wat, waar of wie je bent. Die hints beginnen algemeen, waardoor je meteen veel ideeën kan hebben. De truc is dan wel om niet alles te gaan roepen, want je mag maar één keer raden per kaartje. Heb je het fout, dan mag je niet meer raden naar de oplossing van die kaart. Maar, af en toe een beetje risico nemen hoort er natuurlijk wel bij.
Omdat de eerste hints best algemeen zijn, kan je beter even wachten op meer aanwijzingen. De meeste aanwijzingen hielpen echt, maar sommige zegden ons helemaal niets. In totaal kan je per kaart acht hints krijgen, waarbij de laatste hint altijd eindigt met wie / wat / waar ben ik, met de letter … Zelfs dan kan het nog steeds lastig zijn, want sommige vragen zijn echt moeilijk.
Daarom is mijn tip ook dat als kinderen het spel spelen, alleen de kaarten die zij kunnen weten, te selecteren. Speel je het spel met je gezin, dan kan je twee stapels maken. De kans dat je kids bijvoorbeeld weten wie David Bowie of waar het Kremlin is, is volgens mij namelijk best klein. De adviesleeftijd vanaf 8 jaar die op de doos staat, klopt op zich dus wel maar wel met de tip om kaarten voor hen te selecteren. En dat kan ook goed, want er zitten 300 kaarten in. De naam van het spel, wijsneus, is dus wel erg toepasselijk. Je moet namelijk veel weten om dit spel te kunnen winnen!
Hier hou ik van, een spel wat je meteen kan spelen na een echt korte handleiding. Een spel waarbij niet winnen, maar gezelligheid en humor voorop staat. Ik had al bij de eerste kaarten tranen over mijn wangen van het lachen. Niet continue hoor, want dat ligt helemaal aan je kaarten.
Er zijn gele en rode kaarten. De rode zijn situatie kaarten, de gele zijn punchline kaarten. De jury (dat is iedere speler om de beurt) leest de rode kaart voor. Bijvoorbeeld: “Toen ma terug was van de kapper en aan pa vroeg: “Wat denk je ervan?”, riep pa….”. De andere spelers moeten die zin aanvullen met een van hun gele kaarten. Bijvoorbeeld: “Kan je dat bedekken? We proberen te eten” of “Hoe dronken was ik toen ik ja zei?”. Die kaart geef je aan de jury. Die kiest welke combi van kaarten het leukst is.
Die kaarten combinaties kunnen echt heel grappig zijn, waardoor je met z’n allen in een deuk ligt. Je kan natuurlijk ook net slechte combi’s hebben, waardoor het saaie uitspraken zijn. Daarin ben je afhankelijk van de kaarten die je pakt. Maar, meer dan de helft was echt supergrappig. En soms ook best schuin, dus het advies vanaf 16 jaar klopt wel! Geen spel voor kinderen dus, maar wel voor de ouders met familie en vrienden als de kids op bed liggen.
Commentaires